Lange tijd verlangde Nikey Puper naar verbinding met mensen. Ze voelde zich leeg en eenzaam. Met een geschiedenis aan verkeerde vriendjes, drugs, mishandeling en prostitutie achter de rug, heeft Nikey dat hoofdstuk van haar leven inmiddels afgesloten. Ze helpt nu anderen die met zichzelf worstelen. ‘Ik ben niet meer op zoek naar iemand die de leegte moet vullen.’

Sinds een paar jaar werkt Nikey – 44 jaar, groene ogen, lang krullend haar – als Herstelondersteuner & Ervaringsdeskundige bij GGZ Centraal. Ze helpt mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen om te herstellen. Maar nog maar een paar jaar geleden was ze zelf degene die ondersteuning nodig had.

Vervallen boerderij
Met haar moeder en dochter woonde zij enkele jaren op een boerderij in Drenthe, waar de situatie door te veel hooi op haar vork meerdere malen uit de hand liep. Nikey vertoonde daardoor vaak voor haar omgeving onbegrepen gedrag. ‘Ik voelde mij opgejaagd door de GGZ, die diagnoses stelde waar ik me niet in herkende. De hulpverleners hadden geen oor voor mijn verhaal of oog voor de context. Ze zochten niet samen met mij naar de oorzaken van mijn gedrag.’

De kracht van contact 
Nikey's verhaal verscheen in het boek 'De Kracht van contact', dat we op 25 juni 2019 presenteerden. Daarin lees je ook de andere verhalen die verschenen in onze reeks over eenzaamheid. Bekijk hier alle verhalen

Ze verhuisde naar een vervallen boerderij in Nieuwe-Pekela, waar ze helemaal in elkaar klapte. ‘Het is dankzij drie dames van Bemoeizorg, die mij oordeelloos hielpen, dat ik weer ben opgekrabbeld. Na een operatie aan een blindedarmontsteking besefte ik dat ik en mijn situatie radicaal moesten veranderen, wilde ik nog iets van mijn leven maken. Ik ben naar een particuliere instelling van Beschermd Wonen gegaan, waar ik heb gewerkt aan mijn eigen herstel.’

Onvervuld verlangen
Dat ze zichzelf destijds in elkaar geklapt terugvond op een vervallen boerderij, wijt Nikey vooral aan zichzelf. ‘Ik heb lange tijd de randen en grenzen van het leven opgezocht, omdat ik verlangde om gezien te worden.’ Dat verlangen komt onder meer voort uit de onveilige manier waarop ze opgroeide en de meegekregen erfzonde die Nikey altijd heeft gevoeld in haar familiegeschiedenis. ‘Ik kom uit een Joodse familie. Mijn familie is letterlijk met de trein afgevoerd.’ Een trauma dat altijd latent in haar aanwezig is geweest en vaak in haar leven werd opengescheurd en vergroot. Hierdoor heeft ze zich het grootste deel van haar leven eenzaam gevoeld. ‘Ik had altijd een leeg en unheimisch gevoel. Ik verlangde naar verbinding met mensen, maar dat verlangen bleef steeds onvervuld. Daardoor voelde ik mij eenzamer met allemaal mensen om me heen, dan alleen.’

Nikeys leven ontvouwde zich tegen een achtergrond van gescheiden ouders: een vader die ‘fantasierijk’ maar ook kwetsbaar was, en een moeder die een relatie begon met een manipulatieve en agressieve alcoholiste. Ondanks dat heeft Nikey ook fijne herinneringen aan haar jeugd. ‘We gingen op vakantie, ik speelde vaak met een vriendin in de speeltuin. Pas later ben ik gaan begrijpen dat de manier waarop ik opgroeide, niet normaal was.’

Doodsangst
In Nikeys middelbareschooltijd volgden de vriendjes elkaar op. Haar liefde betrof niet alleen jongens: een lichtpuntje in deze periode was haar liefde voor het paard Inshallah. Ze werkte graag op de manege. Maar ook spijbelde, dronk en rookte ze. Het dieptepunt was de avond dat Nikey, gekleed in een sexy jurkje, met de neven van een kennis waar ze mee zou gaan stappen in een appartement was. ‘Hij werd erop uitgestuurd om eten te halen. Vervolgens vergrepen ze zich met zijn vieren aan me. Ik was heel bang dat ik het er niet levend vanaf zou brengen. Pas de volgende dag kon ik tot de oudste neef doordringen met de vraag: ‘Wat zou je doen als iemand dit je zusje aan zou doen?’ Toen heeft hij me laten gaan. Ik heb er een fysieke doodsangst aan overgehouden die ik nog regelmatig ervaar.’

Op haar zeventiende liep Nikey van huis weg en raakte zwanger. Ze trouwde met de vader van haar dochtertje, maar het gesettelde leven, waarin verwacht werd dat zij de overhemden van haar man zou strijken, benauwde haar. ‘Op een dag plakte ik een briefje op de ijskast dat ik wegging en niet terug zou komen. Mijn dochter was toen 2 jaar.’ In een fase waarin ze zocht naar een modus vivendi – wel een man, geen man? –  koos ze ervoor om als prostituee te gaan werken in een bordeeltje in Amsterdam.

Ruzie over een vest
Er volgde een periode van veel mannen, seks, drugs, criminelen, feesten, veel geld verdienen en nog meer uitgeven. Nikey leerde een man kennen. In de tien maanden dat ze samen waren ging het steeds slechter met hem. ‘Ik kwam erachter dat hij steeds meer drugs gebruikte. Daardoor veranderde hij zo dat ik niet verder met hem wilde. Toen ik de relatie verbrak, kregen we ruzie over een vest. Na wat getouwtrek ermee sloegen ineens de stoppen bij hem door. Hij drukte mijn hoofd naar beneden, sloeg in mijn gezicht en gaf met gebalde vuist een harde stoot op mijn ribbenkast. Zo hard dat ik geen lucht meer kreeg.’ In de ambulance voelde Nikey hoe ze weggleed. ‘Ik hoorde mijn dochter aan de ambulancebroeder vertellen hoe we later op een boerderij zouden wonen met paarden en honden. Ik dacht: “Dit kan het niet al zijn geweest”.’

Ze herstelde van een klaplong maar haar ribben zijn scheef aan elkaar gegroeid. ‘Ik heb een aangepast bed. Als iemand mijn ribbenkast onverwachts aanraakt, krimp ik nu 17 jaar later nog steeds ineen.’ Nikey kon niet meer werken en raakte depressief. ‘Op een antidepressivum dat een arts me voorschreef reageerde ik zo heftig, dat ik in een psychose terechtkwam. Ik dacht dat ik een ondergedoken Jodin was en dat de Duitsers me kwamen halen.’ De positieve kant aan deze episode was dat Nikey in contact kwam met een psychotherapeut die haar zag en ruimte gaf voor haar verhaal. Daarnaast kwam ze in aanraking met het Joods Maatschappelijk werk waar zij de cursus Scherven uit het verleden volgde en erkenning vond voor de gevoelens die zij eerder niet kon plaatsen.

Het allerbeste medicijn
Het mooiste wat deze zwarte periode opleverde, was dat er net als in haar jeugd een paard in haar leven kwam. ‘Na de psychose had ik last van extreme vermoeidheid. Ik had moeite om het leven weer op te pakken en worstelde met zingeving. Ik kreeg een schadevergoeding van het Fonds Slachtoffer Geweldsmisdrijven en besloot na lang nadenken een Arabisch volbloed veulen te kopen. Mijn psychiater vond dat impulsief, maar El Fuego Joy is mijn redding geweest. Voor hem te kunnen zorgen en zijn onvoorwaardelijke blijdschap om mij te zien, bleken het allerbeste medicijn om de draad weer op te pakken en een nieuw leven te durven opbouwen.’

Button

Nikey verhuisde na verloop van tijd weg uit de grote stad en startte met haar moeder en dochter een bedrijf in het opfokken van paarden in een boerderij in Drenthe. Mensen met psychische problemen vonden er dagbesteding en logeermogelijkheid. Maar de symbiotische relatie met haar moeder escaleerde in heftige ruzies met zowel haar moeder als haar dochter. Daarnaast kreeg ze last van trauma’s die ze dacht al te hebben verwerkt, ze sliep nauwelijks meer en ze voelde zich door haar omgeving totaal onbegrepen. Dat escaleerde zodanig dat zij besloot zich samen met haar paard te vestigen in de vervallen boerderij in Nieuwe-Pekela.

Eenling
Dankzij Beschermd Wonen krabbelde Nikey weer op. ‘Ik ging me beter voelen, douchte weer, trok leuke kleren aan. Ik ging dagelijks voor de groep koken.’ Ze wilde haar eigen ervaringen inzetten om anderen te helpen, begon aan een opleiding en vond de vacature bij GGZ Centraal. Als ervaringsdeskundige organiseert ze nu onder andere activiteiten, workshops en zet ze trainingen op. Samen met het hoofd Beleid schreef ze een voorstelplan voor directie van GGZ Centraal, de gemeente en de beleidsadviseur Sociaal Domein voor het opzetten van een respijtvoorziening.

 

‘Ik kijk naar de mens en zijn verhaal, in plaats van smart geformuleerde doelen te stellen en het nodig te vinden om onbegrepen gedrag te dempen met medicatie. Achter dit gedrag zit altijd een verhaal, net zoals bij mij het geval was. Door dat verhaal geen ruimte te geven, doe je alleen aan symptoombestrijding. Cliënten vertellen dat ze het fijn vinden dat ik naast ze ga staan, dat ze zich door mij gezien voelen.’

Alle worstelingen hebben hiermee een plaats gekregen, voelt Nikey. Ze heeft haar masker laten vallen. ‘Door continu op de barricades te staan, win je de oorlog niet. Naarmate ik ouder word, lukt het me steeds beter om negatieve dingen uit het verleden van mij af te schudden. Mijn leven is nu gestructureerd en stabiel. Jarenlang heb ik gezocht naar iemand bij wie ik hoor. Tegelijkertijd hield ik het samenzijn tegen met mijn wilde leven. Heel paradoxaal. Nu weet ik dat ik een eenling ben. Ik ben niet meer op zoek naar iets of iemand die mijn leegte moet vullen. De relatie met mijn moeder en dochter is inmiddels goed. Ik draag zinvol bij aan de maatschappij, heb iets om mijn bed voor uit te komen. Dat doe ik ook voor mijn paard El Fuego Joy. Hij staat bij mijn moeder op de boerderij in Drenthe, waar ik om de week heen ga. Hij is echt mijn maatje. Hij oordeelt niet en luistert altijd. Hij droeg me in de afgelopen jaren op momenten dat ik dat nodig had.’

Gemaakt door
Foto van Marianne Lourens. Marianne is een witte vrouw met halflang rood haar en blauwe ogen. Ze heeft blauwgrijze blouse aan en een zwarte colbert.

Marianne Lourens

gedreven (eind)redacteur - punctuele projectleider - mensgericht
Zorg en Sociaal domein